Biografie


Greetje Bijma is sinds begin jaren tachtig actief als improviserend zangeres. Geheel autodidactisch kwam ze in de improvisatiekringen terecht en trok ze met haar soepele stem en haar theatrale kwaliteiten al gauw de aandacht, ook buiten het circuit van jazzpodia. Een ontmoeting met Alan Laurillard in 1980 leidde tot een knallende introductie in de Nederlandse jazz scene, hij introduceerde haar in zijn experimentele avant-garde ensemble De Noodband. Het succes monde uit in een tournee door binnen- en buitenland en de opname van het album Shiver. In 1985 richten Alan en Greetje het Greetje Bijma Kwintet op samen met Charles Huffstadt, Piet Hoeksma en Gerard Ammerlaan. Ze boeken succes met de albums Amycamus en Darkmoves die hun de kans geven om op te treden op verscheidene jazz-, pop- en theaterpodia. De internationale doorbraak vindt plaats in 1989 waar het kwintet een succesvol concert geeft op Jazzfest Berlin. Dit concert leidt tot vele boekingen vanuit heel Europa waaruit een grote Europese tour volgt.

 

Greetje kan zich de eerste vrouwelijke winnaar van de Boy Edgar Prijs noemen, ze ontving deze belangrijkste Nederlandse onderscheiding voor jazz en geïmproviseerde muziek in 1990. In het jaar 1991 ontving ze ook de Duke of Duketown Award, verscheen het album Tales of a Voice en leverde ze een bijdrage aan het album Heibel van Willem Breuker. In 1992 kwam een KRO-productie tot stand waarin ze zich samen met componist Louis Andriessen liet inspireren door de poëzie van Sybren Polet, dat het duo een Prix Italia opleverde. De samenwerking met Louis Andriessen werd doorgezet in het album Nadir & Zenith. In 1993 daagde de organisatie van ‘Antwerpen Culturele Hoofdstad’ haar uit tot het maken van een soloprogramma voor kinderen. Dat jaar werkt Greetje tevens samen met de Amerikaanse Mark Dresser en Marilyn Crispell dat zijn uitwerking vindt in het album Barefoot. Ook begint Greetje rond deze tijd met het opzetten van een soloprogramma, met optredens door het hele land op diverse locaties als musea, concertzalen en kerken. Deze diverse locaties stelden haar in staat om te ontdekken hoe de akoestiek van een ruimte zo goed mogelijk kon worden bespeeld. Samen met Alan Laurillard en harmoniumspeler Klaas Hoek vormde ze het Up There Trio en werd het album Push It opgenomen, muzikaal gezien een mix tussen klassieke kerkorgelmuziek en alternatieve jazz.

 

In 1996 werkte Greetje samen met Pierre Favre en Jasper van ’t Hof voor het project Freezing Screens met opnamen van een Duitse radioproductie voor stem, synclavier en improvisatie. Ook werkte Greetje opnieuw samen met Klaas Hoek, wat uitmondde in het programma Winterlûd, waarin improvisatie en klassieke liedkunst samenkwam.

 

Greetje trad tot twee keer toe op in New York, beide keren samen met Louis Andriessen, in respectievelijk het Lincoln Center en in Carnegie Hall. De twee optredens kregen een lovende recensie in The New York Times. Daarnaast speelde ze in Nederland en buurlanden in diverse opstellingen met muzikanten zoals Michiel Braam, Polo de Haas, Han Bennink, Klaas Hoek, Jasper van ’t Hof en Jan Kuiper. Ook nam ze een diepe duik de wereldmuziek in met Zoumana Diarra uit Mali die naast gitaar ook traditionele Afrikaanse instrumenten zoals kora en balafoon speelt. Tevens speelde Greetje met de Chinese pipa-speelster Yang Jing, waarbij het mooiste muzikale resultaat spontaan op het podium ontstond.

 

In 2012 speelde Greetje ‘de koningin van de nacht’ in een familieopera in België. De voorstelling was een moderne bewerking naar Mozart’s Die Zauberflöte onder regie van filmmaker Gust van den Berghe en gecomponeerd door Jan van Outryve.

 

De afgelopen jaren werkte Greetje samen met het blokfluitkwartet BRISK en nam ze deel aan projecten van Jacob Lekkerkerker. In het laatste kon ze samen met Oene van Geel, Alfredo Genovesi en Matthias Havinga veel experimenteren met de klanken van het kerkorgel om vervolgens gelaagde soundscapes te creëren. Ook maakte Greetje samen met Guus Janssen, Wolter Wierbos en Charlie-Chan Dagelet deel uit van een theaterproductie van mimespeler Teo Joling, waarin de ontwrichtende chaos van de Tachtigjarige Oorlog wordt weergegeven met een humoristische ondertoon.

 

Sinds kort is Greetje weer volop aan het samenwerken met Alan Laurillard wat leidde tot de totstandkoming van een nieuwe opstelling van het Greetje Bijma Kwintet. Hiertoe behoren als vanouds Charles Huffstadt (drums) en de nieuwe leden Jochem Braat (piano) en Roeland Dol (bass). Bij speciale gelegenheden maakt de zoon van Greetje, Doeke Bekius, als gitarist ook deel uit van het gezelschap. Het nieuwe Greetje Bijma Kwintet maakte hun comeback tijdens de dertigste editie van de ZomerJazzFietstour in Groningen, waar het ‘originele’ Greetje Bijma Kwintet ook optrad tijdens de eerste editie van het festival in 1987. Daarnaast geeft Greetje tegenwoordig ook workshops aan koren en op conservatoria, waarin ze zich met name focust op improvisatie, klank en de kracht van de stem in plaats van op muziektheorie.